Van de 143 beschikbare nestkasten waren er in
61 een broedgeval. Er werden 236 eieren gelegd het geen een hoog gemiddelde gaf
van 3,9 per nest. Het aantal uit gekomem
jongen nml.193 met een nestgemiddelde van 3,2 is zeer goed te noemen. 43 eieren kwamen niet uit , een gemiddelde
van 0,7 wat normaal is. 51 pulli stierven tijdens de opgroei, een gemiddelde
van 0,8 is vrij normaal in vergelijking met voorgaande jaren. 142 jongen vlogen
uit wat een goed gemiddelde gaf van 2,3.
Waar wij elk jaar mee geconfronteerd worden is
het hoge aantal volledig mislukte broedgevallen. Dit jaar waren er dit 19 van
de 61 broedgevallen. Bijna 1 op 3! Nochtans kipten bij 11 van de 19 mislukte
broedsels de jongen normaal uit. Maar dan volgt een kritieke fase. De eerste 10
dagen zijn de moeilijkste voor de jongen. Ligt het aan de voedselsituatie, te
veel regenwormen of door predatie van Steenmarter, Hermelijn of Wezel die hier
terug algemeen zijn. We weten het niet goed. In ieder geval stellen we bij de
controle een lege kast vast. Vorige winter zijn een 20 nestkasten tegen
marterachtigen beveiligd met een plastic buis voor de nestingang te plaatsen.
Maar daar we een goed Steenuiljaar achter de rug hebben mogen we na een
proefperiode van 1 jaar nog niet de nodige conclusies trekken.
In een kast waar de jongen op uitvliegen
stonden werd ik opgebeld door de boer met de mededeling dat een jong dood lag
in de invlieg opening van de nestkast. Toegekomen bleek het om het adult
vrouwtje te gaan! De 4 jongen lagen dood in de kast. Enkele dagen op
voorhand waren we nog daar geweest en vonden tot onze verbazing een bijna
volgroeide Kraai als prooirest in de nestkast. Nu viel het mij ook op dat in de
grote open hangaar naast de boomgaard waar normaal een 20 paar Huismussen
nestelen ik nu geen getjilp meer hoorde.
We stelden vast dat alle mussen verdwenen waren
Na wat aandringen vertelde de boer dat jagers enkele dagen geleden sneden brood
doordrenkt met gif zijn komen gooien om
de Kraaien te verdelgen!
Wij hebben al 887 pulli geringd en 7 werden
teruggemeld meer dan 20 km van de ringplaats. 3 op iets meer dan 30 km.
De kerkuil en Bosuil zijn in onze regio enorm
gestegen. De Ransuil doet het al enkele jaren minder en is in afnemende trend.
Of de Bosuil daar voor iets tussen zit zoals sommigen beweren laat ik in het
midden zolang niets bewezen is.
Ik heb na 13 jaar ervaring het geruststellende
feit dat onze Steenuil populatie stabiel is. Als je er vanuit gaat dat 2,2 een
goed nestgemiddelde is voor Steenuil kennen we hier 5 goede jaren en 8 slechte
jaren. In ieder geval is de Steenuil hier nog goed vertegenwoordigd en kunnen
wij ons onderzoek nog vele jaren verder zetten.
Aan mijn 2 trouwe medewerkers Ronny Huybrechts
en Stany Cerulis.
Tabel : Evolutie van de broedresultaten van de
Steenuil |
|
|
|
|
|
|
|
|||||||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
broedseizoen |
1993 |
1994 |
1995 |
1996 |
1997 |
1998 |
1999 |
2000 |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
|
beschikbare nestkasten |
36 |
62 |
62 |
60 |
58 |
55 |
54 |
53 |
121 |
121 |
126 |
137 |
143 |
|
broedgevallen |
3 |
8 |
12 |
14 |
12 |
21 |
23 |
28 |
63 |
59 |
66 |
64 |
61 |
|
bezettingsgraad (%) |
8 |
13 |
19 |
23 |
21 |
38 |
43 |
53 |
52 |
49 |
52 |
47 |
43 |
|
gevolgde broedsels |
3 |
8 |
12 |
14 |
12 |
21 |
23 |
28 |
63 |
59 |
66 |
64 |
61 |
|
aantal eieren |
10 |
25 |
42 |
42 |
50 |
82 |
88 |
111 |
216 |
182 |
208 |
228 |
236 |
|
gemiddeld per broedsel |
3,3 |
3,1 |
3,5 |
3 |
4,2 |
3,9 |
3,8 |
4 |
3,4 |
3,1 |
3,2 |
3,6 |
3,9 |
|
niet levensvatbare
eieren |
3 |
3 |
10 |
12 |
7 |
22 |
10 |
12 |
56 |
34 |
35 |
45 |
43 |
|
gemiddeld per broedsel |
1 |
0,4 |
0,8 |
0,9 |
0,6 |
1,0 |
0,4 |
0,4 |
0,9 |
0,6 |
0,5 |
1,4 |
0,7 |
|
aantal geboren jongen |
7 |
22 |
32 |
30 |
43 |
60 |
78 |
99 |
160 |
140 |
173 |
183 |
193 |
|
gemiddeld per broedsel |
2,3 |
2,8 |
2,7 |
2,1 |
3,6 |
2,9 |
3,4 |
3,5 |
2,5 |
2,4 |
2,6 |
2,9 |
3,2 |
|
aantal dode jongen |
1 |
9 |
6 |
10 |
28 |
14 |
11 |
21 |
43 |
24 |
47 |
68 |
51 |
|
gemiddeld per broedsel |
0,3 |
1,1 |
0,5 |
0,7 |
2,3 |
0,7 |
0,5 |
0,8 |
0,7 |
0,4 |
0,7 |
1 |
0,8 |
|
aantal uitgevlogen jongen |
6 |
13 |
26 |
20 |
15 |
46 |
67 |
78 |
117 |
116 |
126 |
115 |
142 |
|
gemiddeld per broedsel |
2,0 |
1,6 |
2,2 |
1,4 |
1,3 |
2,2 |
2,9 |
2,8 |
1,9 |
2,0 |
1,9 |
1,8 |
2,3 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Philippe Smets.
Projectleider
Steenuilonderzoek Hageland.